Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenDe Wmo-cliëntondersteuner biedt steun
Cliëntondersteuners

De Wmo-cliëntondersteuner biedt steun

Zondag 21 november 2021

‘Glimmend van trots kwam ze haar nieuwe scootmobiel laten zien’

Tonny Klerks

Ze staan altijd voor anderen klaar, ze helpen waar ze kunnen, regelen papieren, en kennen de weg naar de instanties. Drie Wmo-cliëntondersteuners vertellen wat hen drijft en ook dat het soms lastig is.

 width=

Cliëntondersteuner Tonny Klerks:

‘Koffiedrinken, dat doe ik niet. Ik wil als cliëntondersteuner toch een beetje afstand houden. Maar wat ik wel doe, is uitgebreid luisteren. Ik laat de mensen vertellen. Dat helpt altijd al een beetje: dan zijn ze hun verhaal kwijt en weten ze dat ze mij kunnen vertrouwen. Vervolgens ga ik voor ze aan de slag. Huishoudelijke hulp aanvragen, vervoerspasjes regelen. Of regelen dat er een aangepast toilet in huis komt. Laatst heb ik dat bijvoorbeeld voor een meneer gedaan die erg ziek was. Hij kon niks meer en zat er helemaal doorheen, net als zijn vrouw. Ze gaven aan dat een aangepast toilet beneden hen enorm zou ontlasten, maar dat de aanvraag was afgewezen. Ik ben hierover in gesprek gegaan met de gemeente en heb de aanvraag opnieuw ingediend. En toen lukte het wél. Misschien omdat je als cliëntondersteuner meer ervaring hebt met dit soort gesprekken en je beter weet wat de mogelijkheden zijn. Ik heb altijd secretarieel werk gedaan bij een sociale werkvoorziening. Daar heb ik veel mensen geholpen die zelf de weg niet kenden of die de weg niet durfden te bewandelen. Zo is het ook bij de Wmo. Mensen overzien de situatie vaak zelf niet. Sommigen durven niet om hulp te vragen; oudere mensen vinden soms dat dat “niet hoort”. Andere mensen zijn bijvoorbeeld bang dat ze met de billen bloot moeten over hun financiële situatie en hun eigen bijdrage. Maar dat is niet zo: in bepaalde situaties hebben mensen gewoon recht op ondersteuning. En wij kunnen helpen die te regelen. Als dat lukt, krijg ik daar echt energie van. Ondanks dat ik de koffie oversla, krijg ik die persoonlijke band toch wel, hoor. Laatst had ik voor een mevrouw een scootmobiel aangevraagd, en die kreeg ze. Een paar weken later kwam ze glimmend van trots bij mij aan de deur om hem te laten zien. Geweldig toch!’

‘Een kleine moeite voor mij, maar voor anderen kan het een groot verschil maken’

Cliëntondersteuner Jan de Leeuw:

‘Op een zondagavond zit ik voor de tv, sport te kijken. De telefoon gaat. Een huilende mevrouw aan de andere kant van de lijn. Ik kan haar niet meteen verstaan, maar dan hoor ik: “Ik moet mezelf wassen, maar dat kan ik niet.” Ik pak meteen mijn fiets, want ik woon dichtbij. Als ik de vrouw aantref, is ze duidelijk overstuur. Ze wil voordoen hoe ze zichzelf van de thuishulp moet wassen, en ik zie dat ze haar armen maar half omhoog krijgt. Verder komt ze niet. Ik bel haar dochter en ook zij komt meteen. Samen kijken we naar het medisch dossier van mevrouw. Daarin zien we een indicatie waarin staat dat zij recht heeft op hulp bij het wassen en aankleden. Thuis schrijf ik meteen een brief aan de zorginstelling. Een eerdere aanvraag voor thuishulp is afgewezen, maar deze keer wordt die gelukkig wel goedgekeurd. Zo zie je maar. Voor mij is dit een kleine moeite, maar voor anderen kan het een groot verschil maken. Het voelt goed om te kunnen helpen. Eigenlijk heb ik dat altijd graag gedaan. Mijn eigen vrouw heeft kinderverlamming gehad en kan niet zelfstandig staan en lopen. Ook voor haar heb ik van alles geregeld. Hulpvragen zijn daarna altijd zo’n beetje op me af blijven komen. Misschien trek ik ze wel aan. Als leraar in Rotterdam-Zuid bijvoorbeeld, heb ik veel armoede en verwaarlozing gezien. Gezinnen die het alleen niet aankonden. Kinderen zitten snel in je hart, dus ik hielp waar ik kon. En zo is het eigenlijk gebleven. Situaties die ik als cliëntondersteuner zie, zijn soms schrijnend. Een ouder echtpaar waar de huishoudelijke hulp al drie weken achter elkaar niet is geweest. Zelf kunnen ze niks doen, dus dan vervuilt zo’n huis helemaal. Dan schrijf ik bijvoorbeeld een brief naar de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders, of ik praat met beleidsmedewerkers. Mensen durven dat soms zelf niet, bijvoorbeeld omdat ze bang zijn dat ze te veel vragen. Of ze zeggen: “Dat doet mijn dochter wel.” Maar kinderen hebben daar vaak geen tijd voor. Dan is het fijn als ik iets kan betekenen. Al is het iets kleins, soms betekent het een wereld van verschil.’

‘Ik wil gewoon dat mensen happy zijn’

Cliëntondersteuner Emmanuel Verleg:

Als cliëntondersteuner word je vaak pas uitgenodigd bij mensen wanneer de gemeente bij hen langskomt. Maar zelf ga ik liever eerst bij de mensen op bezoek. Dan luister ik naar hun verhaal en schrijf dat voor mezelf op. Daarmee kan ik vervolgens zelf naar de gemeente stappen en een aanvraag doen, want dan heb ik alle informatie al bij de hand. Het verhaal van de cliënt goed voor het voetlicht brengen: daar kunnen we als cliëntondersteuners helpen. Daar ligt onze meerwaarde. Helaas hebben wij cliëntondersteuners soms te weinig slagkracht. We doen de administratie van mensen, we regelen een rolstoel of scootmobiel, en dan is het weer klaar. Maar ik hou mijn cliënten liever langer vast: ik wil in contact blijven en hen opnieuw helpen als het nodig is. Want wat er vandaag niet is, kan morgen misschien wel een groot probleem zijn. Als ik bij de Jumbo ben en ik zie een ouder persoon, dan spreek ik hem of haar even aan. Dan vraag ik bijvoorbeeld: “Hoe gaat het met u?” En dan ontstaat er vanzelf een gesprek. Als ik ’s zondags ga fietsen, ga ik soms ook even bij cliënten langs. Soms op een onbewaakt moment, want dan zie je wat er écht speelt. Eenzaamheid bijvoorbeeld, zeker in het afgelopen coronajaar. Op een gegeven moment bedacht ik: hoe mooi zou het zijn als ik een aantal van mijn cliënten met elkaar kan verbinden, zodat ze wat voor elkaar kunnen betekenen? En vervolgens heb ik dertig van hen aan elkaar gekoppeld door een kaartclub op te richten! Dat is echt een succes. Weet je wat het is? Als wij mensen enkel samen koffiedrinken, wordt er soms wat geroddeld. En dan blijven we op een gegeven moment weg, want dan denken we: nu roddelen ze over een ander en straks over mij. Maar als we ergens mee bezig zijn, met kaarten bijvoorbeeld, dan wordt er niet geroddeld. Ik heb ook belkringen opgezet: groepjes van vier cliënten die elkaar bellen om te informeren hoe het gaat. Zo kijken ze naar elkaar om en zijn ze niet meer eenzaam. En dat is precies waar ik het als cliëntondersteuner voor doe: ik wil graag dat mensen happy zijn.’

Als u zorg, dagbesteding of hulpmiddelen nodig heeft, dan kunt u daarvoor aankloppen bij de gemeente. Maar u hoeft dat traject niet alleen in te gaan. De cliëntondersteuners van KBO-Brabant staan altijd klaar om u hierbij te helpen. Zij weten alles over de Wmo en gaan graag samen met u het gesprek aan met de gemeente. Meer weten? www.kbo-brabant.nl/clientondersteuning/

Auteur

Afbeelding voor Sanne van der Most

Sanne van der Most

Afbeelding voor Sanne van der Most

Sanne van der Most