Geen kinderen, toch een testament?

Als u geen kinderen heeft, is een testament dan eigenlijk wel nodig? Dat is zeker nuttig, zegt oud-notaris en lid van de juridische helpdesk van KBO-Brabant Dré Teeuwen. Al was het maar om ervoor te zorgen dat uw nalatenschap te zijner tijd wordt afgewikkeld door iemand die u dat toevertrouwt.

Meneer en mevrouw Van Someren (62 en 60 jaar) hebben geen kinderen. Een testament hebben ze nooit laten maken, dat leek hen niet nodig. Nu ze ouder worden vragen ze zich af of een testament toch niet verstandig zou zijn.

Als een echtpaar geen kinderen heeft en geen testament heeft laten opstellen, geldt de wettelijke regeling: alles gaat dan naar de familie van de langstlevende. Dat kan vreemde situaties opleveren, vertelt Dré Teeuwen, oud-notaris en lid van de juridische helpdesk van KBO-Brabant. ‘In de verdrietige situatie dat een echtpaar samen een auto-ongeluk heeft en de vrouw een uur ná de man overlijdt, gaat de gehele erfenis naar de familie van de vrouw. In een testament kun je aangeven dat in dat geval ook de familie van de man erft. Overigens: ook als er meer tijd zit tussen het overlijden van de beide echtgenoten, kan een evenredige verdeling tussen beide families een prettig idee zijn. Het kan ook zijn dat een van de echtelieden niet wil dat een broer of zus erft, of dat niemand van de familie mag erven en alles naar goede doelen moet.’

Er zijn nog meer redenen waarom het verstandig kan zijn om een testament te laten opstellen als je geen kinderen hebt, zegt Teeuwen. ‘Je kunt in een testament een executeur benoemen die de erfenis afwikkelt. Het is goed om tijdig te bedenken wie je als executeur wilt benoemen: een familielid, een naaste, een notaris? Het is een geruststellend idee dat de nalatenschap wordt afgewikkeld door iemand die je vertrouwt. Als je dat op tijd vastlegt, is er ook nog tijd om met diegene te bespreken hoe je het wilt. Bovendien is het belangrijk dat deze persoon weet waar hij of zij bepaalde dingen kan vinden als het zo ver is. Degenen die achterblijven, moeten geen zoekenden in de woestijn zijn.’